Hoe een dagje trainen in Limburg er voor zorgde dat ik leerde eten op de fiets, maar nooit meer bij de McDonalds kom.
De fietsenmaker wijst met een grote grijns naar mijn fiets. ,,Is die van jou?’’ Jep, die fiets met het verhaal dat hoogst waarschijnlijk voor grote hilariteit heeft gezorgd onder het overwegend mannelijk personeel, die is van mij. En hoe hard ik er ook bij vertel dat niet ik, maar mijn fietsmaatje Kees, een man, achter het stuur zat. Het blijft grappig.
Een week geleden.
M’n blote voeten op ’t gaspedaal, Editors uit de speakers en flesjes water in de aanslag. De temperatuur zou vandaag op kunnen lopen tot dertig graden. We hadden een topdag uitgezocht. Als we van plan waren geweest het strand op te zoeken of de hele dag lui in de tuin te zonnen in ieder geval. Maar nee, wij gingen voor lus 2 van de gemarkeerde Amstel Gold Race.
Onderweg vertelde ik Kees over mijn ervaring op de Ballon d’Alsace in de Vogezen eerder dit jaar. Het was m’n eerste echte berg geweest die ik op gefietst was en het fietsen zelf was me niet tegen gevallen. Eten wel. Ik krijg onderweg namelijk geen hap door mijn keel. Een hapje van een mueslireep dat is het wel zo’n beetje. Op de Weissensee schaatste ik vooral op warme, zoute bouillon, af en toe een handvol stukjes mandarijn, een paar happen krentenbrood. En 400 milligram Ibuprofen. De Ballon ging me goed af. De avond opvolgend na de inspanning wat minder. Geen hap hield ik meer binnen en gevloerd door de hoofdpijn ging ik nog geen drie uur later plat. Dit keer was 400 milligram niet genoeg.
Eten tijdens het sporten moet je leren, denk ik. Ik leerde het van Kees in Limburg. Met twee krentenbollen, een mueslireep met bananensmaak een reep gedroogd fruit en een pannenkoek met spek tijdens een tussenstop kwam ik onder meer de Molenberg, Camerig, het Drielandenpunt en de Cauberg vrij fris over. Op de Cauberg wisselde ik fietsschoenen weer om voor slippers en de kleffe fietsbroek voor een zomerrokje. Ik plofte in de bijrijdersstoel (en ook al lijkt dit niet ter zake doende informatie, ik raad u aan het toch goed te onthouden) en we reden Valkenburg uit.
Hoewel ik het gevoel had dat de pannenkoek nog niet helemaal verwerkt was, opperde Kees bij Maastricht nog even te McDriven. Een harde klap haalde mij uit mijn slaperige stemming.
,,Wát was…? Oh, nee…Oh, nee, oh, nee, oh, nee!” Op hardhandige wijze werden we hier, op de drive-in onder de 2,40 meter hoge hoogtebegrenzer er op gewezen dat een bezoekje aan de McDonalds geen goed idee was na een dagje fietsen.
De fietsen die op het dak hadden gestaan, lagen nog in de dakdrager twee meter achter de auto op het wegdek. Enkel de vier flinke deuken in het dak herinnerden eraan dat ze zonet nog stevig verankerd bovenop de auto hadden gestaan.
In de auto achter ons zat een echtpaar stoïcijns te wachten tot wij de doorgang vrij hadden gemaakt zodat zij door konden rijden naar de bestelpaal om een dikke Big Tasty met milkshake te bestellen. Gokje.
Afijn, de fietsen zijn er met een slag in het wiel van af gekomen. En wij met een verhaal dat het goed doet bij de fietsenmaker. Én een gezonde afkeer van de McDonalds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten